Doodmoe, vreselijk lui, uitgezakt, volgevreten en lichtelijk obesitas, maar vooral lelijk met nog lelijker haar, waarbij het gedeelte weave eruit ziet als een stuk roadkill, lig ik half dood en inspiratieloos in bed op zondag en ben daar zelf zeer content mee. Ik beweeg weinig, echt minimaal. Ik denk aan dat spreekwoord met dat dode paard en trekken. Ik geef toe, ik ben dat dode paard. Michael brengt onze zoon weg naar zijn werk en komt terug met: bagels met avocado, carrotcake en brownies. En zo liggen we daar samen gelukkig te zijn met onze bagels, een overdosis aan suiker, elkaar en de Franse film Amelie. Dit is voor mij echt een perfecte zondag!
Zegt Michael ineens tijdens de film; “Hoe heet die leuke vriend van jou nou ook alweer die ons ooit naar dat geweldige restaurant ‘Le Relais de Venise’ gestuurd heeft in Parijs?”. Ik zeg; “Vincent Kwant”. “Oh ja, Vincent”, zegt Michael. “Die ging toch ook wel eens op de bonnefooi naar Parijs om in dat restaurant te eten? Weet je, ik zit die Franse film te kijken en ik krijg ineens zo’n trek in die entrecote, ik denk er al de hele tijd aan”. Michael kijkt mij met zijn pretoogjes aan en zegt;
“Ik ben zo ontzettend verliefd op je, ik wil met je kussen onder de Eiffeltoren en ’s ochtends koffie drinken in dat romantische cafeetje vlakbij Place du Tertre op de Montmartre”
Ik kijk verliefd doch een beetje onzeker terug, omdat ik niet zo goed weet waar hij met dit hele verhaal naartoe wilt. Tenslotte is dit mijn ‘lelijke-vreet-je-vol-ik-blijf-de-hele-dag-in-bed-zondag’. Dat gepassioneerd kussen onder de Eiffeltoren en de ochtendkoffie bij ‘De Place du Tetre’ op de Montmartre klinkt wel heel erg romantisch. Misschien leuk voor in Mei of Juni, denk ik er lui achteraan. Terwijl ik nadenk over Parijs in Mei, prop ik een halve brownie in mijn mond en kruip nog wat verder onder de dekens. Opeens zit Michael in een actieve houding rechtop naast me in bed en zie ik de voor mij bekende commando/navy seals blik in zijn ogen. “Oh Oh, Freaking No!” denk ik…..
Hij pakt mijn gezicht vast met twee handen en kust me liefdevol op mijn voorhoofd. “Lieverd, kun je binnen een half uur klaar zijn?”, zegt hij grijnzend. “Ik neem je mee naar Parijs, Entrecote eten”. “Maar lieverd…”, piep ik, “…het is al bijna 17:00 uur. Als we daar aankomen is het allang gesloten”. “Nee hoor, ik heb net even ge-googled en het is tot 23:30 uur open!”.
We springen tegelijk uit bed en rennen gillend van het lachen richting badkamer om bij de deur te worstelen wie er het eerst mag douchen. Ik win, door het voordeel van mijn overgewicht in de strijd te gooien. We hebben een half uur vreselijk veel plezier. We rennen als kippen zonder kop chaotisch en hysterisch door ons huis. Van de badkamer, naar boven, naar beneden, hond uitlaten, naar elkaar roepend waar die ene broek, shirt, laarzen, krultang is, zoon bellen en verantwoordelijkheden doorbrieven, spullen in koffertje gooien en ik geloof het zelf ook niet maar binnen een half uur zitten we in ons oude knaken pooierbak op weg naar Parijs.
Mijn romantische verliefde hart maakt allemaal sprongetjes. Zo lig je half dood als ‘umfufu the bush-bitch’ in bed om vervolgens een half uur later fris gedoucht en gepakt in de auto te zitten op weg naar de stad van de liefde. Om in de sfeer te geraken laten we Charles Aznavour, Paolo Conte, Stromae en de Squierel Nutt Zippers (met dank aan Vincent Hoberg voor de tip, is echt een top cd) keihard uit de speakers pompen en bléren we alle liedjes luidruchtig mee.
Onderweg boek ik snel nog een hotel, lang leve booking.com en bel mijn ouders op om te vertellen dat we weg zijn. Want het kan zomaar zijn dat onze kinderen mijn ouders gaan bellen om huilend te vragen of opa en oma willen langskomen, omdat wij zomaar weg zijn gegaan en ze zonder enige vorm van voedsel hebben achtergelaten. We zijn nou eenmaal een gezin wat elkaar graag vreselijk de stuipen op het lijf jaagt, of elkaar bruut in de maling neemt. Alleen mijn ouders zijn al op leeftijd en overbezorgd en weten niet altijd wat waar is en wat niet. Mijn kinderen zijn er toe in staat, geloof me. Inclusief huilen en zielige stemmetjes.
Precies om 22:15 komen we aan bij het restaurant. Het is ronduit bizar hoe ontzettend populair dit restaurant is, met zijn toch zeer eenvoudige formule. Ze serveren maar één gerecht en dat is entrecote met de geheime groene saus en frietjes. Je kan alleen aangeven of je het rood of medium wilt hebben. Hier wordt dan een simpele doch lekkere salade bij geserveerd en de wijn is vanzelfsprekend ook heerlijk.
De dessertkaart is wat gevarieerder. Er staat van alles op waar je lekker dik van wordt en waar je personal trainer een complete rolberoerte van krijgt. We verwachten een dikke rij en hopen dat we snel binnen geraken, mensen wachten soms wel een uur in de kou om daar te kunnen eten. We weten niet wat we zien: er staat helemaal niemand voor de deur.
Wanneer we binnenkomen is het een ander verhaal: het is er afgeladen druk en alle tafeltjes zijn bezet. De serveerster ziet onze teleurgestelde blikken en glimlacht. Er blijkt precies nog één tafeltje in het hele pand vrij te zijn. “Speciaal voor ons”, zegt Michael. Waneer we aan ons eerste glas wijn zitten en naar buiten kijken, zien we dat er buiten alsnog een gigantische lange rij ontstaat. We hebben dus echt mazzel gehad. We genieten enorm van de Parijse gezelligheid in dit bijzondere restaurant.
Het geroezemoes van het bonte eclectische gezelschap, de kletterende borden, de oude Franse dame aan het tafeltje naast ons met haar gitzwarte haren die haar zeker 80 jaar oude lipjes met vuurrode lipstick heeft ingekleurd, de sexy jonge serveersters en de “ik-heb-alles-al-gezien” oudere garde waarvan de bedrijfsleidster al 50 jaar de scepter zwaait over dit filiaal. Wat kun je soms zo’n lawine van blijdschap over je heen krijgen van simpele dingen in het leven. We eten dapper twee heerlijke gangen entrecote weg. We hebben een geweldige avond en rollen middernacht het restaurant uit.
We rijden ‘s nachts gillend van het lachen door de straten van Parijs. Bij het parkeren van onze auto in een licht hellende straat geeft de achterkant van onze auto een ‘Smartje‘ dat achter ons staat geparkeerd een klein “kusje”. Die auto blijkt niet op de handrem te staan en rolt naar beneden richting de hoofdstraat.
Michael en ik rennen hysterisch achter het autootje aan, die godzijdank net blijft hangen tegen een andere auto aan het begin van het zebrapad. Met net iets teveel wijn op huppelen we naar de Eiffeltoren. We zijn bijna de enige op dit tijdstip.
Kussen onder de Eiffeltoren wanneer je verliefd bent heeft iets romantisch voor mij. Ik kan mij echter goed voorstellen dat als je niet verliefd bent, het gewoon een vervelende zoen onder een lelijk metalen toren is. We maken een dansje onder de toren op de muziek die daar uit de speakers galmt. Om in de ochtendgloren ons hotel binnen te rollen.
Wanneer we in bed liggen zegt Michael; “Ik ben zo gelukkig dat je “Ja” hebt gezegd”. “Tuurlijk zeg ik ‘Ja’, Parijs is toch altijd heerlijk?!”. “Nee” zegt Michael. “Ik bedoel dat je ‘Ja’ zei toen ik je ten huwelijk vroeg, je maakt mij zo ontzettend gelukkig. Je bent echt het beste wat me ooit is overkomen”. “Je houdt gewoon van me omdat ik ‘badshit cray cray’ ben”, zeg ik. “Ja”, zegt mijn lieve man, “dat ook en omdat je me altijd laat lachen”.
Lights out, lots of love from Romantic Paris <3
Wat kun je toch heerlijk meeslepend schrijven! Wat een heerlijk romantisch verhaal zo op de vroege zondag. Michael heeft echt wel punten gescoord! Ik ga deze column toch maar even aan mijn man laten lezen, misschien blijft er wat info hangen 😉 Ben zo blij dat je weer voor jezelf bezig gaat, maar ik weet zeker dat ik niet de enige ben. Liefs Kaatje X
Dank je wel Karin voor je lieve reactie. Ik hoop dat je man geïnspireerd raakt. Groet Geneviève X